Ga je op pad met een bijzonder hoogleraar of met een geheim agent? Dat kan gezellig zijn. Maar let wel op als je na afloop verslag uitbrengt over het uitstapje.
Hoe vreemd het ook klinkt, een bijzonder hoogleraar hoeft niet bijzonder te zijn. Is hij of zij dat wel, dan is het een bijzondere hoogleraar, of eigenlijk: een bijzondere bijzonder hoogleraar.
Voel het verschil
Waarschijnlijk voel je het verschil in betekenis van de bijvoeglijk [niet ‘bijvoeglijke’, maar dat is weer een ander verhaal] naamwoorden met en zonder ‘e’ [de zogeheten buigings-e] wel aan. Een bijzondere hoogleraar is een nogal opvallende hoogleraar, een bijzonder hoogleraar heeft een officiële aanstelling als ‘bijzonder hoogleraar’. Met de geheim agent is het niet anders gesteld. Een geheime agent is iemand die men op het politiebureau achter de hand houdt, waar slechts een enkeling van op de hoogte is. Een geheim agent spioneert erop los.
Wat voor directeur?
Wat een rijkdom heeft onze taal toch: een e’tje meer of minder en de betekenis verandert totaal! Die rijkdom heeft echter ook een keerzijde. Want het is niet altijd even makkelijk of je nu wel of niet die buigings-e moet gebruiken. Ik zie in elk geval vaak genoeg dat een bedrijf een commerciële directeur zegt te zoeken. In feite is men dan helemaal niet op zoek naar een (algemeen) directeur met een commerciële instelling [een commerciële directeur dus], maar naar een baas die verantwoordelijk is voor de verkopen en andere commerciële zaken: een commercieel directeur.
De taalregel voor dit gedoe
Wat moet je nu met die buigings-e? Dit: laat de buigings-e weg bij vaste combinaties die in hun geheel een bepaalde functie, bevoegdheid of status aanduiden. Bij twijfel kun je ook deze voorbeelden raadplegen. Het is dus: de toeziend voogd en artistiek leider. Tenzij de voogd slechts toekijkt en de leider nu eenmaal creatief is aangelegd.